Kadernota 2024

Naar aanleiding van de Kadernota 2024 zijn vanavond de volgende woorden gesproken door de fractievoorzitter.

Voorzitter, college, collega-raadsleden en belangstellenden in de zaal of thuis,

Vandaag bespreken we de kadernota 2024. We werpen hierbij een blik op de komende jaren. Echter, net zoals bij de bespreking van de begroting afgelopen december, is het in deze kadernota uiterst onzeker wat ons de komende jaren te wachten staat. Met name de dreiging van de ravijnjaren in 2026 en 2027 geeft een onzeker gevoel. In het zwartste scenario stevenen we op een zeer moeilijke financiële situatie af.
De ervaring van de afgelopen jaren leert echter dat we de toekomst niet kunnen voorspellen en dat er in de tijd van twee jaar heel veel kan veranderen. GBO gaat zich daarom niet verliezen in ‘wat als’ scenario’s, maar vooruitkijken naar de zaken die wel duidelijk zijn en die we zelf kunnen beïnvloeden.
Ik wil met betrekking tot deze kadernota aandacht besteden aan twee onderwerpen, te beginnen met:

Wonen.
Er is op dit moment een groot te kort aan woningen, zowel landelijk, regionaal als lokaal bij ons in Overbetuwe. Deze wooncrisis leidt tot onzekerheid, stress en is daarmee slecht voor onze mentale gezondheid. GBO is, evenals het CDA getuige het recente krantenartikel, van mening dat er op dit dossier geen tijd te verliezen is en dat we moeten doorpakken. Afgelopen jaar zijn er reeds een aantal projecten voortvarend opgepakt: zoals de Pas die na ruim 12 jaar eindelijk van de grond is gekomen, maar we zullen de komende jaren echt een tandje bij moeten zetten.

De wereld van een jaar geleden is niet meer de wereld van vandaag. Waar we eerst alleen maar wilden bouwen en zorgen voor goede en betaalbare woningen is dit snel een andere kant op geslagen. Door de opgelopen bouwkosten, de verhoging van de rentes, het vinden van het juiste personeel, de problemen op het elektriciteitsnet en de komende problemen met de watervoorziening is dit een stuk lastiger geworden. Maar, wat GBO betreft, zeker niet onmogelijk. Concrete projecten zoals de Pas-Noord, Lingezicht en Zetten op Zuid, bieden de mogelijkheid op korte termijn stappen te zetten.

Daarnaast is er grote diversiteit in de vraag naar woningen. Verschillende doelgroepen zijn op zoek naar passende woonruimte: ouderen, jongeren, gezinnen, starters, alleenstaanden (met en zonder kinderen), woonwagenbewoners, mantelzorgers, spoedzoekers, arbeidsmigranten, statushouders, vluchtelingen, Oekraïners, alleenstaande minderjarige vreemdelingen en waarschijnlijk is deze lijst nog langer te maken. Deze doelgroepen stellen allemaal hun eigen eisen aan passende woonruimte en daarvoor is diversiteit in korte- en lange termijn bouw van groot belang.

GBO is van mening dat we – naast doorpakken met bouwen – ook aandacht aan diversiteit in ons woonaanbod moeten besteden. We kijken dan ook uit naar andere en nieuwe woonvormen zoals flexwonen en de stappen die hierin kunnen worden gezet. Er staan inmiddels fabrieken vol met flexwoningen, alleen moeten we die nu ook gaan plaatsen in onze gemeente om zo een deel van de druk te verminderen.

Het tweede onderwerp dat ik wil uitlichten is participatie.
Een speerpunt van GBO is het betrekken van inwoners en bedrijven bij het lokale beleid. Gemeentebelangen Overbetuwe staat voor de belangen van al onze inwoners, ondernemers en organisaties en weegt deze belangen steeds zorgvuldig af tegen het brede algemene belang.
Een goed participatietraject zorgt voor meer draagvlak en tijdwinst. Een duidelijke procedure en goede communicatie zijn daarbij onmisbaar. Het moet voor inwoners duidelijk zijn welke rol ze hebben in het besluitvormingsproces: informerend, adviserend of meebeslissend. Het moet voor inwoners of ondernemers ook makkelijker worden om ideeën in gezamenlijkheid op te pakken. Het uitgangspunt is: samen leven, samen doen! GBO is voorstander van een routekaart die aan inwoners duidelijk maakt welke stappen moeten worden doorlopen en hoe lang een procedure kan duren.

Voor GBO is daarnaast van belang ons te blijven realiseren dat participatie ook geld kost. Als bij projecten alle wensen van inwoners worden uitgevoerd betekent dat een extra behoefte aan financiële middelen die vaak bovenop de projectkosten komt. Met alle gevolgen van dien. We zullen dus als raad vooraf duidelijker moeten zijn hoeveel participatie aan de voorkant mag kosten. Is dit 10% van het totale projectbudget? Hoe concreet willen we hierin zijn?
Ik roep mijn collega’s in de raad op om hierover met elkaar in gesprek te gaan en te blijven en kritisch te kijken naar elke financiële bijstelling binnen de projecten. Zo zijn we samen aan zet en houden we grip op onze uitgaven voor nu en voor de toekomst.

Ik sluit af voorzitter, We zijn ruim een jaar onderweg met dit college. Hierin hebben we een jaar gehad waarin we hebben kunnen proeven aan onze (nieuwe) rol, verantwoordelijkheden en uitdagingen. Dat is soms lastig maar vooral heel leerzaam. Bij een dergelijke rol hoort ook een stuk zelfreflectie en ik daag ons allen vanavond uit om ook die rol te pakken.

Kijk vanuit vertrouwen naar elkaar want dan kun je samen stappen zetten. Als we, zoals recent het geval was, in een raadvergadering gezamenlijk drie muzieknummers kunnen benoemen waaronder “Eine kleine Nachtmusik”, “Breakstruff” en “You can’t always get what you want”, elkaar zelfs mee willen nemen waar je deze nummers kunt vinden en het gesprek hierover aan willen gaan, dan is Samen aan Zet toch eigenlijk zo gek nog niet.
Zo kunnen we elkaar in deze zaal verder helpen om deze gemeente nog een stukje mooier te maken. Dank u wel!

Met vriendelijke groet,

  • Fractievoorzitter

    Oosterhout

    Openbare orde en veiligheid